Kampstraffen

In het vrouwenconcentratiekamp St.-Lambrecht zouden, afgezien van een eenmalig verbod om post te ontvangen,1PA, interview Hoogers-Elbertsen, Jans, 16-10-2002. geen collectieve strafmaatregelen tegen de Bijbelonderzoeksters ten uitvoer zijn gebracht. Ook zijn er geen straffen bekend die door de kampleiding dan wel door de kampcommandant Schöller aan individuele leden van het vrouwencommando werden opgelegd. De ‘strafoverplaatsing’ van Gerdina Huisman, die vrijwillig door haar werd voorgesteld om het contact te vermijden met de Spaanse gevangene Manuel Amoros Lafuente, is al eerder beschreven. Dit is echter een uitzondering.

De vrouwelijke gevangenen werden echter wel door de bewaaksters vernederd en in ieder geval door de jongere Jane Gerda B. ook lichamelijk mishandeld.2PA, interview Messnarz-Günter, Margarete, 13-09-2002; interview Huisman, Gerdina, 15-10-2002. Kleinigheden die door deze bewaakster niet werden getolereerd, zoals het aanheffen van een jodellied, waren al aanleiding om te slaan.

Het getreiter van deze bewaakster zou echter binnen de perken zijn gebleven omdat het nazibestuur belang had bij de werkkrachten en efficiënte arbeidsinzet van de gevangenen. Bovendien nam kampcommandant Schöller zoals gezegd de Bijbelonderzoeksters tegen het eigenmachtige optreden van de bewaaksters in bescherming.3PA, interview Huisman, Gerdina, 15-10-2002; interview Hoogers-Elbertsen, Jans, 16-10-2002.

Lees verder →