Froukje Volp-Rinzema
Froukje Volp werd op 10 juli 1913 in Drachten geboren.1WTA Emmen, Volp, Froukje, ontslagverklaring St.-Lambrecht; WTA Emmen, interview Volp, Froukje, 31-08-1995; PA, interview Hoogers-Elbertsen, Jans, 16-10-2002.
![Kamppas van concentratiekamp Ravensbrück van Froukje Volp](https://levensverhalenlatenleven.nl/wp-content/uploads/2020/11/abb28.jpg)
Ze groeide op in een arbeidersgezin van zeven personen, waar ze niet bijzonder streng volgens het gereformeerde geloof werd opgevoed. Tijdens haar schooltijd werkte ze in een groentewinkel. Na haar veertiende kreeg ze een betrekking bij een koster van een baptistengemeente in Utrecht. Een jaar later wisselde Froukje van werkgever en liet zich op 16-jarige leeftijd dopen als baptist. In 1930 kwam ze in Heerlen voor het eerst met Bijbelonderzoekers in contact. In 1939, kort na haar huwelijk, liet ze zich door haar geloofsbroeder Hartstang in de Keulse Vaart dopen als een van Jehovah’s Getuigen en begon ze met de prediking.
![Froukje Volp op 24-jarige leeftijd (foto van 14 mei 1937)](https://levensverhalenlatenleven.nl/wp-content/uploads/2020/11/abb29.jpeg)
Op 7 september 1941 werd Froukje gearresteerd en kwam ze in de gevangenis van Scheveningen. In dat huis van bewaring ontmoette ze toevallig de Getuige Sophie Hemmink. Beiden werden naar het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück gedeporteerd en Froukje kreeg daar het registratienummer 9143. Ook zij werd ingedeeld in blok 12. Froukje werkte in een tuincommando buiten het kamp. Ze moest paardenbloemen planten die voor medicinale doeleinden verwerkt werden. Om de honger van haar bevriende geloofszuster Annie van Basten te stillen, stal ze voor haar paardenbloembladeren en smokkelde die naar de barak waarin ongeveer tweehonderd vrouwen zich dicht opeengepakt in leven probeerden te houden. In het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück weigerde Froukje om op appel te staan, met afranselingen tot gevolg. Ze probeerde Sophie Hemmink te ondersteunen door van haar eigen voedselrantsoen iets af te staan, maar Sophie wilde niets aannemen. Sophie Hemmink hoorde tot de groep van de zogenaamde ‘extremen’ die door hun weigerachtige houding voortdurend aan straffen werden blootgesteld. Toen Sophie ging lijden aan tyfus werd ze naar Auschwitz gedeporteerd en daar vermoord. Froukje kreeg dit bericht pas in augustus 1944 toen ze al een jaar in het concentratiekamp St.-Lambrecht was. Tezelfdertijd bereikte haar een brief van haar zuster Pietje, die meedeelde dat haar moeder gestorven was. Froukje raakte daarop in een depressie. In het vrouwenconcentratiekamp St.-Lambrecht werd ze eerst aan het commando ‘bosbouw’ toegewezen. Daarna werkte ze in de voormalige kloostertuin.
![Brief aan Froukje Volp van haar zuster, augustus 1944](https://levensverhalenlatenleven.nl/wp-content/uploads/2020/11/abb33-856x1024.jpg)
![Brief aan Froukje Volp van haar zuster, augustus 1944](https://levensverhalenlatenleven.nl/wp-content/uploads/2020/11/abb34-846x1024.jpg)
In september 1943 kreeg ze een brief van haar ouders uit Drachten, die haar schreven dat haar man David Volp, na twee jaar gevangenschap, uit kamp Amersfoort was ontslagen en naar huis was teruggekeerd.2WTA Emmen, brief van J. K. Rinzema van 1 september 1943. Dit bericht moet voor Froukje een troost zijn geweest omdat ze nu wist dat haar kinderen weer door haar echtgenoot werden verzorgd.
![David Volp (datum foto onbekend)](https://levensverhalenlatenleven.nl/wp-content/uploads/2020/11/abb30-e1625653901701-692x1024.jpeg)
![Persoonsbewijs uit de Nederlandse bezettingstijd van David Volp. (Historisch archief Wachttorengenootschap Emmen/Nederland)](https://levensverhalenlatenleven.nl/wp-content/uploads/2020/11/abb31-200-1024x492.jpg)
![](https://levensverhalenlatenleven.nl/wp-content/uploads/2020/11/abb32-200-1024x490.jpg)
De kampsituatie in St.-Lambrecht is bij Froukje in herinnering gebleven. Met haar geloofszusters zong ze religieuze liederen, ze bespraken de Bijbel met elkaar en het lukte hen zelfs een keer het zogenaamde avondmaal te vieren. Door actief van haar geloof te getuigen probeerde Froukje zich te handhaven. Haar psyche leed echter hevig onder de situatie. Ze huilde erg veel.3PA, interview Berkers, Toos, 16-10-2002.
Nadat de Duitse Wehrmacht op 8 mei 1945 gecapituleerd had, werd Froukje ten slotte, na een gevangenschap van vier jaar, door de geallieerden bevrijd. Toen ze na grote omwegen via Italië, Frankrijk en België in Nederland aankwam, woonden er in haar huis voormalige collaborateurs. Door de hulp van het bureau Volkshuisvesting kreeg ze uiteindelijk een nieuwe woning en begon ze weer met de predikingsdienst van de Getuigen van Jehovah.
Lees verder →