Ziekten en ziekenzorg
Bij ziekte bestond de kans dat de gevangenen naar het hoofdkamp teruggestuurd werden. Zoiets zou echter maar een enkele keer voorgekomen zijn. Eén Poolse Bijbelonderzoekster1Haar naam is onbekend. werd spoedig na aankomst in St.-Lambrecht ziek en is daarom weer naar het hoofdkamp Ravensbrück teruggestuurd.2PA, interview Hoogers-Elbertsen, Jans, 16-10-2002. Na de overname van het buitenkamp door het concentratiekamp Mauthausen in september 1944 gebeurde dat niet meer, hoewel enkele vrouwelijke gevangenen een ongeluk kregen of ziek werden.
Voor de medische zorg van de Bijbelonderzoeksters was de Poolse artsgevangene Jankowski verantwoordelijk. Er was echter geen sprake van adequate medische zorg.
Infecties en lichamelijke kwetsuren ontwikkelden zich in de kampsituatie tot ernstige problemen. Jans Hoogers-Elbertsen leed aan een etterende ontsteking van haar nagelbed. De SS-bewaakster boorde als ‘therapeutische’ maatregel met een naald een gat in de vingernagel. Het gevolg daarvan was een bloedvergiftiging van de hele arm, die door de huisarts van het dorp met succes werd behandeld. Omdat er geen pijnstillers voorhanden waren moest ze het zonder pijnbestrijding doen. Dit ontbreken van werkzame medicamenten was een enorm probleem toen er bij haar een pijnlijke kies getrokken moest worden. Gerdina Huisman die bij de operatie aanwezig was, probeerde alles om de pijn veroorzaakt door de etterende kies te stoppen, wat echter niet lukte.3PA, interview Hoogers-Elbertsen, Jans, 16-10-2002.
De geloofszusters ondersteunden elkaar in zulke crisissituaties en hielpen elkaar binnen het kader van de hen ter beschikking staande middelen en mogelijkheden. Toen Sjaan Pronk netelroos kreeg, zetten de Duitse Bijbelonderzoeksters brandnetel- en kruidenthee voor haar en ondersteunden daarmee het genezingsproces. Deze Nederlandse Bijbelonderzoekster had in het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück al last van bloed in de ontlasting.4Melaena; oorzaken daarvoor zijn o.a. ontstekingen en zweren, die door de hevige stress als gevolg van de omstandigheden in het kamp kunnen ontstaan (vgl. Pschyrembel 1993, blz. 204). Zij werd daar verzorgd door Froukje Volp die havermoutpap via een Duitse geloofszuster naar de ziekenafdeling smokkelde.5WTA Emmen, interview Volp, Froukje, 31-08-1995. Sjaan Pronk kwam volkomen ondervoed naar St.-Lambrecht waar haar geloofszusters haar verder ondersteunden.6PA, interview Pronk, Cobie, 18-10-2002. Misschien kreeg zij wegens haar slechte gezondheidstoestand de taak om schapen te hoeden, iets wat in vergelijking met de andere werkzaamheden relatief weinig lichaamskracht vergde.
Ella Hempel had eveneens een slechte gezondheid toen ze vanuit Ravensbrück in Stiermarken aankwam. In Toos Berkers’ herinnering was Ella Hempel in St.-Lambrecht dikwijls ziek. Toos Berkers nam daarom het lichamelijk inspannende keukenwerk van haar over. Berkers kreeg oedeem, waardoor haar buik en haar armen en benen opzwollen. De oorzaak daarvoor zocht ze in een stressreactie van het lichaam.7PA, interview Berkers, Toos, 16-10-2002. Ik acht het waarschijnlijker dat de oorzaak moet worden gezocht in de ondervoeding waaraan ze al enkele jaren was blootgesteld. Dit ziektebeeld werd genegeerd en er volgde geen behandeling van de kwaal. Toen Toos Berkers griep kreeg werd ze twee dagen lang van werk vrijgesteld en moest daarna, hoewel ze nog niet beter was, weer aan het werk.8PA, interview Berkers, Toos, 16-10-2002.
Gerdina Huisman gleed met haar bespijkerde bergschoenen uit over een gladde plek, die ontstaan was na het blussen van een brand tegenover de ingang van het klooster. Ze kwam ten val en brak haar rechteronderarm. De Poolse arts kon deze gecompliceerde splinterbreuk niet adequaat verzorgen: hij spalkte de arm alleen maar met twee houten plankjes. Dit had tot gevolg dat Huisman hevige pijn kreeg en de arm sterk opzwol. Zelfs in dit geval beschikte men niet over pijnstillende middelen. Omdat Gerdina Huisman met de gebroken arm niet kon werken, vreesde ze dat ze naar het hoofdkamp terug moest, wat echter niet gebeurde. Ze moest nu hulp bieden bij werkzaamheden die ze met haar handicap kon uitvoeren. In het mannelijke gevangenencommando was een schoenmaker, de Spaanse gevangene Jose Lopez Saez. Deze maakte een leren spalk voor Gerdina, die haar arm ontlastte en de genezing van de splinterfractuur mogelijk maakte. Maar door de ondeskundige verzorging bleef de onderarm duidelijk misvormd.9PA, interview Huisman, Gerdina, 15-10-2002.
De uitzonderlijke situatie waaraan de gevangenen blootgesteld waren, heeft ook psychische sporen nagelaten. Zo raakte Froukje Volp bijvoorbeeld in een depressie. Ze huilde vaak. De overige geloofszusters reageerden daarop door haar te troosten en haar als geloofsgemeenschap steun te bieden.10PA, interview Berkers, Toos, 16-10-2002.
Lichaam en geest werden door de levensomstandigheden in het concentratiekamp beschadigd. Alle Getuigen van Jehovah die konden worden geïnterviewd of die een biografie hebben nagelaten, hebben tijdens de gevangenschap lichamelijke problemen ondervonden of hebben door de kampsituatie fysieke schade opgelopen.
De psychisch moeilijke situatie was door de onderlinge band en invloed van de geloofsgemeenschap gemakkelijker te verdragen. Het verwerken van de gebeurtenissen is afhankelijk van de psychische reserves en de individuele persoonlijkheidsstructuur van iedere Bijbelonderzoekster. Daaruit valt te concluderen dat een verschillend potentieel werd omgezet in verschillende verwerkingsstrategieën.
Lees verder →