Bevrijding
Begin april 1945 rukte het Sovjetleger op naar Stiermarken. In het SS-landgoed werd de situatie steeds spannender. De zich veranderende situatie bleef ook voor de vrouwelijke gevangenen niet verborgen. De SS’ers hadden hun uniformen verwisseld voor burgerkleding. ‘Men hoorde overal dat de oorlog bijna voorbij was. De Hauptscharführer was boos, alles liep mis. De Duitsers waren van plan de gevangenen in wagons te laden en allemaal op te blazen.’ 1PA, interview Hoogers-Elbertsen, Jans, 16-10-2002.
De gevangenen kregen van de SS-bewaking het bevel om hun spullen te pakken en zich klaar te maken voor het transport terug. Ze kregen een ‘galgenmaal’, bestaande uit gebakken aardappelen en wortelen. De Bijbelonderzoeksters raakten het echter niet aan. Er verspreidde zich een paniekstemming in het vrouwenconcentratiekamp. Niemand van de Getuigen van Jehovah kon slapen, tot een SS’er hun meedeelde dat er geen transport meer kwam. De Bijbelonderzoeksters vermoedden dat de reden voor het niet uitvoeren van de geplande executie gelegen was in de opmars van de partizanen en het Sovjetleger. Bovendien waren de SS-bewakers alleen nog maar in hun eigen vlucht geïnteresseerd.2PA, interview Huisman, Gerdina, 15-10-2002; WTA Emmen, interview Berkers, Toos, 1985, nr. 372; PA, interview Hoogers-Elbertsen, Jans, 16-10-2002.
Vlak voor de komst van de geallieerden zou de behandeling van de gevangenen zijn verbeterd en zouden er persoonlijke contacten met de bevolking zijn toegelaten.3Vgl. Seiler 1994, blz. 46. De Bijbelonderzoeksters werden door de kampleiding uitgenodigd om de mooiste plaatsen van de streek te bezichtigen.4PA, interview Hoogers-Elbertsen, Jans, 16-10-2002. Deze gebeurtenis is bij de Nederlandse Jehovah’s Getuigen erg duidelijk in de herinnering gebleven. De schoonheid van het landschap fascineerde de uit het vlakke land komende vrouwen. Gerdina Huisman overwoog serieus om zich in de streek te vestigen. De houtvester, SS-Untersturmführer5Tweede luitenant Willibald Reiner, nodigde de Bijbelonderzoeksters uit te blijven en hier te trouwen.6PA, interview Hoogers-Elbertsen, Jans, 16-10-2002; interview Huisman, Gerdina, 15-10-2002.
Op 3 mei 1945 gaf Hubert Erhart bevel tot opheffing van het concentratiekamp Schloss Lind en tot het transport van de gevangenen terug naar Mauthausen. Gezien de snelle opmars van de geallieerden was dat echter al onmogelijk. In St.-Lambrecht werd een poging tot evacuatie niet eens ondernomen. In plaats daarvan begon men in de laatste dagen met het laten verdwijnen van de sporen en het bewijsmateriaal van de praktijken van de nazi’s. ‘Dagenlang werden bij het hek naar de tuinderij documenten verbrand.’7PA, interview Messnarz-Günter, Margarete, 13-09-2002. De daders waren erg grondig wat betreft de vernietiging van hun registraties over het concentratiekamp St.-Lambrecht.
Pas na 11 mei 1945 kwamen de troepen van het Britse leger in St.-Lambrecht aan, omdat het oprukken in het Murdal moeilijk was.8Vgl. Baumgartner 1997, blz. 132; Rauchensteiner 1995, blz. 241-278. De Duitse Wehrmacht had reeds op 8 mei gecapituleerd. De Britten bevrijdden de 23 Jehovah’s Getuigen en een onbekend aantal Spaanse gevangenen van de laatste SS’ers die tot dan het naziregime in stand hielden. Verwalter9Door het militair gezag aangesteld bestuurder Hubert Erhart en kampcommandant Schöller waren allang uit St.-Lambrecht gevlucht. Op 12 mei werd de eens zo machtige heer van St.-Lambrecht, Hubert Erhart, die het lot van vier geroofde kloosters bepaald had, in Admont gearresteerd en naar Graz overgeplaatst.10Vgl. Seiler 1994, blz. 48.
De in St.-Lambrecht achtergebleven SS’ers werden daar gearresteerd en de Britse soldaten betrokken de vertrekken in het klooster waar voordien SS’ers hadden gewoond. De Britten namen de door de nazi’s geroofde en in de kelders van het klooster gedeponeerde goederen als ‘Duitse militaire goederen’ in beslag.11PA, interview Messnarz-Günter, Margarete, 13-09-2002.
Na de bevrijding gaf de bevolking van St.-Lambrecht kleding aan de Getuigen van Jehovah. Ze stopten de gevangeniskleren in hun rugzakken en namen die, naast het eetgerei dat uit het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück afkomstig was, mee op hun terugreis. Ze verlieten St.-Lambrecht en het klooster niet direct, maar bleven nog ongeveer twee weken12WTA Emmen, interview Huisman, Gerdina, 15-03-1993. omdat het veel tijd vergde om hun terugreis te organiseren.
Bij de komst van de Britse troepen bevond de Duitse kampbewaakster zich eveneens nog op haar ‘werkplek’. Of ze in St.-Lambrecht gearresteerd werd, is niet zeker maar wel waarschijnlijk. In een ontkenning van de situatie zou ze zelfs na de bevrijding geprobeerd hebben de Bijbelonderzoeksters te commanderen, maar die gaven geen gevolg meer aan haar bevelen.
Voordat de Getuigen van Jehovah hun gevangenis verlieten, verzamelden ze zich voor het klooster bij een boom en dankten door het zingen van het lied ’Die Ehre sei Jehova’ (‘De eer zij Jehovah’) voor hun bevrijding en het overleven van de kampgevangenschap.13PA, interview Huisman, Gerdina, 15-10-2002. Hun redding beschouwden ze als de verhoring van hun gebeden en verzoeken, door de God van hun geloofsgemeenschap, Jehovah.
Lees verder →