Bronnen
Vooral bij de hoofdstukken die Jehovah’s Getuigen als geloofsgemeenschap beschrijven en waarin de theorieën over het ontstaan van traumatisering worden behandeld, wordt van wetenschappelijke en literaire publicaties gebruik gemaakt. Daarnaast wordt op schriftelijk en mondeling bronnenmateriaal teruggegrepen.
Bij het dateren van de omvorming van het klooster St.-Lambrecht tot SS-landgoed vormden archiefstukken de basis. Deze bevinden zich in het voormalig Berlin Document Center, dat na de overname door het Bondsarchief in Berlijn vooral de personeelsdossiers van nationaalsocialistische functionarissen beheert. Ook de herstelaktes die betrekking hebben op de benedictijner kloosterbezittingen zijn te zien in het deelstaatarchief van Stiermarken en zijn bij dit onderzoek betrokken.
Aantekeningen van vervolgende instanties zoals de Gestapo, de SS of de kampleiding van het vrouwenkamp St.-Lambrecht zijn nauwelijks aanwezig. Even schaars zijn aantekeningen van de kampleiding van Ravensbrück over St.-Lambrecht. Transportlijsten van het gevangenencommando van St.-Lambrecht bestaan niet (meer). Op verschillende lijsten met namen duiken echter verwijzingen op naar de Bijbelonderzoeksters van St.-Lambrecht en ook naar een bewaakster.
Documenten in het archief van het museum Mauthausen gaan vooral over het mannenconcentratiekamp. Bronnen over het vrouwenkamp zijn schaars. Dat is ook het geval in het kloosterarchief van de benedictijnenabdij St.-Lambrecht.
Veel uitvoeriger was het bronnenmateriaal in de vijf historische archieven van Jehovah’s Getuigen in de landen waaruit de gevangenen van het vrouwenconcentratiekamp St.-Lambrecht afkomstig waren.
De veruit grootste hoeveelheid documenten over de slachtoffers bevond zich in het historisch archief van het Wachttorengenootschap in Emmen, Nederland. De daar werkzame archivaris Meinard Tydeman is het dankzij ijverig verzamelen gelukt allerlei documenten in veiligheid te brengen. Van de vijf Nederlandse overlevenden zijn nog aanwezig: kampidentiteitsbewijzen, brieven, persoonsbewijzen en verblijfsverklaringen, afgegeven door de bezettingsmachten na de bevrijding. Ook zijn er foto’s en handgeschreven levensverhalen van de voormalige gevangenen. Het archief in Emmen gaf mij de beschikking over video-interviews,1De video-interviews werden gehouden door Meinard Tydeman en door Judith Langwieser in het Duits vertaald. gehouden met de betreffende vrouwen.
Ook het aanwezige documentatiemateriaal van de historische Wachttorenarchieven in Duitsland, België en Oostenrijk is ruim voldoende. Alleen het archief van de geloofsorganisatie in Warschau beschikt niet over materiaal dat bruikbaar was ter completering van het werk. Overige informatie is afkomstig uit andere archieven, die achter in dit boek vermeld staan.
Een bijzondere plaats nemen de door mij gehouden interviews met de nog levende vrouwelijke Getuigen in. Deze interviews vonden plaats in Nederland in oktober 2002. Bij de beschrijvend biografische interviews werd een psychoanalytisch georiënteerde gesprekstechniek gehanteerd. Hierdoor was het mogelijk mij een beeld te vormen van de psychische en fysieke effecten van kampgevangenschap op deze vrouwen en het verschafte me tegelijkertijd inzicht in de feitelijke kampsituatie.
Meinard Tydeman vertaalde de gesprekken simultaan. De interviews werden op band gezet en vormen getranscribeerd bronnenmateriaal.
Door interviews met twee andere tijdgenoten was het mogelijk aanvullende informatie te verkrijgen over de kampsituatie van St.-Lambrecht. Een van de gesprekken werd gevoerd met Margarete Messnarz-Günter, die haar herinneringen beschreef vanuit het oogpunt van iemand die door de nazi’s was tewerkgesteld. Het tweede vraaggesprek kon ik houden met het voormalige hoofd van de huishouding van het SS-landgoed. Zij vertelde haar verhaal vanuit het perspectief van degenen die de Bijbelonderzoeksters te werk stelden.
Lees verder →